De export van China is afgelopen maand weer weggezakt, na een kleine opleving in juni. Chinese exporteurs blijven kampen met de sterkere yuan, waardoor hun concurrentiepositie wordt ondermijnd. Ook is er momenteel iets minder vraag naar Chinese producten vanuit Europa.
De uitvoer van ’s werelds op één na grootste economie daalde met 8,3 procent ten opzichte van juli vorig jaar, maakte de Chinese overheid zaterdag bekend.
De afname valt sterker uit dan analisten hadden voorspeld. In juni steeg de export op jaarbasis nog met 2,8 procent. Dat was de eerste plus in enkele maanden tijd.
Door de zwakkere binnenlandse vraag in China blijft ook de import van het land onder druk staan. Deze liet in juli een daling zien van 8,1 procent. In juni bedroeg de terugval van de invoer nog 6,6 procent.
Internationale reservemunt
De cijfers voeren de druk op de Chinese overheid verder op. Die heeft de laatste tijd al diverse maatregelen genomen om het economische tij in het land te keren. Alleen van de waarde van de yuan zijn de Chinezen tot nu toe afgebleven, omdat de overheid van de eigen valuta graag een internationale reservemunt maakt. Dat is een valuta die door andere landen in grote hoeveelheden achter de hand wordt gehouden als financiële reserve. De Amerikaanse dollar en de euro worden daar nu het meest voor gebruikt.
Volgens deskundigen moet China er mee leren leven dat de export niet meer de grote motor van de economie is, die het een paar jaar terug nog wel was. China mikt voor dit jaar nog steeds op 7 procent groei van de economie. Maar het is nog maar de vraag of die doelstelling kan worden behaald.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl